In de spotlight – Marlies de Lange Bogarin

De harpiste van het AJO, Marlies de Lange Bogarin, heeft een Nederlandse vader en een Costa Ricaanse moeder. Marlies is geboren in Amerika en woonde acht jaar lang in Costa Rica. Thuis wordt er met name Spaans gesproken. Marlies ontdekte de harp toen ze vier was en het instrument heeft haar nooit meer losgelaten. Aankomend weekend speelt ze de sterren van de hemel tijdens het Zomerconcert. Zeven vragen voor Marlies!

Op YouTube zien we een klein meisje met een harp, was je al vroeg geraakt door de harp?

Mijn vader en moeder hadden een cd voor mijn broer gekocht, het Händel harpconcert in Bes groot. Ik luisterde er, toen ik vier was, een keer naar en werd diep geraakt. Ik vond het geluid van de harp echt prachtig. Ik wilde zelf heel graag harp spelen. Uiteindelijk was ik tien jaar oud toen ik met harplessen begon. Hoe dat kwam? Mijn vader zei: “Ga maar piano spelen.” En zo begon ik op mijn vierde met pianolessen, al wilde ik liever op de harp. En op mijn vijfde of zesde hoorde ik iemand zingen, dat wilde ik ook. Dus ik ging zingen, maar het allerliefste wilde ik op de harp. Het was wel lang zeuren, zeg maar -?

En toen mocht je eindelijk, eindelijk op harples. Hoe ging dat in Costa Rica?

Dat was wel een zoektocht want er zijn daar weinig harpisten, maar het lukte. Toen ik op mijn twaalfde weer naar Nederland kwam, nam ik mijn 40-snarige pedaalharp mee. Al snel bleek dat ik een andere harp met meer snaren nodig had, dus toen moest ik mijn eerste pedaalharp, met heel veel pijn in mijn hart, verkopen (zegt Marlies weemoedig, red.). Het wennen aan mijn nieuwe harp duurde lang, gelukkig zijn we nu wel aan elkaar gewend.

Je speelt twee jaar in het AJO, neem je je eigen harp mee?

Ja, ik neem altijd mijn eigen harp mee. Mijn vader is heel lief want hij brengt me iedere week. Het is een gedoe; tillen, inladen en uitladen. Ik kan het ook niet zelf. Ik ben mijn vader heel dankbaar dat hij dit doet, zonder hulp van mijn vader kan ik niet naar het AJO.

Je bent altijd blijven zingen. Hoe is jouw muzikale toekomst?

Ik doe nu een zang vooropleiding aan het conservatorium in Utrecht. Ik was ook toegelaten tot de vooropleiding voor harp, maar ik wilde me nog een jaar zelf voorbereiden. Volgend jaar doe ik vwo-examen en dan wil ik graag naar het conservatorium voor zang en harp. En daarna optredens geven, invallen bij orkesten, meedoen bij opera’s, wie weet!

Zijn er in muziekstukken veel partijen voor harp?

Haha… Soms heb ik héél veel te spelen en soms heb ik een noot ofzo. Dan denk ik wel eens: “Is dit nodig?” Bij Mahler heb ik veel partijen, vooral in het derde deel, ik speel bijna de hele tijd. In hetzelfde stuk heb ik in het vierde deel dan weer vijftien maten . Het is dus verschillend. Ik vind het ook geweldig om te luisteren, hoor. Ik hoorde hoe het iedere keer beter werd, dat is wel geweldig. Je leert daarnaast goed te tellen en opletten wanneer je moet inzetten. Als je één noot hebt, wil je die niet missen.

We zagen bij ‘Wie is de Mol’ harpist Remy van Kesteren dagelijks op een ieniemienie harp zijn vingers soepel houden, doe jij dat ook tijdens een vakantie?

Als je een poosje niet speelt, merk ik dat heel erg want harp spelen is een beetje krachttrainen. Je moet de snaren hard aantrekken en je moet iedere spier trainen, maar dat heb je vast ook bij andere instrumenten. Een instrument bespelen is topsport. Als ik een weekje weg ga, dan moet ik het weer langzaam opbouwen. Het kost veel tijd en het is niet gewenst, maar af en toe moet het.

Jullie hebben onwijs veel geoefend met het Viotta voor het optreden van zondag. Heb je er zin in?

Ik heb er zeker zin in! Ik vind het programma tof, geweldig, prachtig! Ik speel samen met Judith (de harpiste van Viotta, red.) en zij speelt ook echt goed. We zijn in overeenstemming en dat is heel leuk.